Eric Wijnacker


Zoals iedere jongen, denk ik, droomde ook ik er van om ooit zanger te worden in een band. Tot mijn zesendertigste levensjaar leek dat een onbereikbare illusie. Opeens, vanwege een feestje rond 25 jaar vriendschap van Henk, Martin, Peter en Eric (1995?), ontstond het idee om voor de gelegenheid (een feestje in het Utrechtse fort Blauwkapel) een gelegenheidsbandje te formeren: Midlife Crisis. Ik zou zingen en de koebel laten rinkelen, want verder kon ik sowieso niks.

Dat leidde sindsdien tot een serie optredens (zeventig, tachtig, misschien wel honderd, wie weet het?) van België tot Groningen. Wat mij betreft onder het motto: Het is inderdaad misschien niet zo goed allemaal, maar wel leuk. Nog steeds is dat motto wat mij betreft meer dan springlevend en beschouw ik de naam en de optredens van de band met een warme glimlach.
Dat Midlife Crisis uiteindelijk de basis heeft gelegd voor dit uurtje Waogeningse Blaoge-nostalgie doet mij veel. Covers zingen is heel erg leuk, zeker als het werk is van helden als Joe Cocker, Percy Sledge en Van Morrison. Maar nu ons eigen werk tot leven komt is dat meer, bijna ontroerend zelfs.

Ik kom niet uit een muzikaal gezin en heb voorheen louter als trotse maar weinig prominente bas gezongen in het (overigens terecht redelijk vermaarde) Koor van het Wagenings Lyceum. Maar toch denk ik de laatste tijd voetsporen van overleden voorouders te drukken. Van mijn Zeeuwsvlaamse grootvader Emerie Wijnacker die, hoewel al overleden in 1933, nog lang voortleefde als een gewaardeerd en vooral zwierig accordeonist. En mijn andere opa, Gert Jansen (overleden in 1968), was klarinettist bij de Wageningse katholieke muziekvereniging Ons Genoegen. Nooit gedacht dat dit Waogeningse Blaog ooit hun muzikale stokje nog eens op zou rapen. Met gepaste nederigheid overigens. Hoewel, om ietsjes aangepast met wijlen James Brown te schreeuwen:
Say it out loud, I'm Blaog and I'm proud.